Open brief
VEVAM wil einde maken aan scheefgroei auteursrechtelijke vergoedingen voor regisseurs
De Auteurswet verleent rechten aan makers, eigendomsrechten. Een regisseur kan voorwaarden verbinden aan de toestemming om zijn werk te gebruiken, zodat hij redelijke vergoedingen kan bedingen voor verschillende exploitatievormen van zijn werk. Dat blijkt in de praktijk niet of nauwelijks mogelijk voor een individuele regisseur in de onderhandeling met zijn opdrachtgever, de producent of omroep. VEVAM doet dit collectief voor de regisseurs en vraagt daarom van alle betrokken partijen om de rechten van regisseurs te respecteren.
De situatie tot zover
Al jaren is er sprake van een forse scheefgroei in de verhouding tussen de vergoedingen die verschillende partijen ontvangen voor kabeldoorgifte. Tot 2010 ontvingen ongeveer 350 producenten maar liefst 17x (!) meer dan ± 1500 regisseurs. Regisseurs kregen gemiddeld € 600.000 uit de kabelovereenkomst te verdelen en producenten zo’n € 10.000.000 per jaar. De regisseurs, werkzaam in opdracht van een omroep, ontvingen helemaal geen kabelgeld.
Dit verschil in verhoudingen wordt niet gerechtvaardigd door een wettelijke grondslag. Algemeen wordt aanvaard dat de regisseur een “hoofdmaker” van een filmwerk is, en op basis van de rechten die dat met zich meebrengt een redelijk aandeel in de kabelopbrengsten hoort te ontvangen. Helaas, op basis van het aandeel dat de regisseur tot 2010 ontving zou je haast denken dat iedereen de film, het televisieprogramma of -serie maakt, behalve de regisseur. En toch is de vergoeding die door regisseurs wordt gevraagd uiterst bescheiden in verhouding tot het abonnementsgeld voor een kabelaansluiting: zo´n 7 cent per kabelabonnement van gemiddeld 23 euro per maand.
Onderhandelingen met RODAP
Inmiddels hebben producenten, omroepen en kabelexploitanten zich verenigd in RODAP. Doel van RODAP is om een nieuwe regeling voor rechtenvergoedingen met de makers-organisaties af te spreken. RODAP vormt een enorm machtsblok ten opzichte van de makers en opnieuw dreigen de regisseurs een marginale vergoeding voor het gebruik van hun werken te ontvangen. In onderlinge afstemming ontkennen producenten, omroepen en exploitanten de rechten van de regisseurs.
Terwijl door de bezuinigingen de honoraria van makers onder druk staan, zijn de winsten van bijvoorbeeld Ziggo en UPC torenhoog. En terwijl producenten wel blijven ontvangen wat ze gewend waren, wordt er van de makers verlangd om opnieuw met veel minder genoegen te nemen.
VEVAM beseft dat een producent of de omroep moet kunnen beschikken over bepaalde exploitatierechten, mede voor de financiering. VEVAM vindt bovendien dat producenten ondernemer moeten kunnen zijn en dat omroepen hun programma’s op alle mogelijke manieren moeten kunnen exploiteren. Dat is ook in het belang van de makers, die tenslotte willen dat hun werk zo veel mogelijk gezien wordt. Maar ook regisseurs als freelancers moeten kunnen ´ondernemen´. VEVAM waakt ervoor dat de regisseurs het recht op een vergoeding voor het gebruik van hun werk niet wordt ontnomen.
Conclusie
VEVAM roept alle producenten, omroepen en kabelmaatschappijen op om de makers te steunen bij hun gerechtvaardigde aanspraak op een redelijke vergoeding uit exploitatie.
Namens directie en bestuur van VEVAM: Sylvia Brandsteder, Maarten Treurniet, Hans Bosscher, Esmé Lammers, Erik de Bruyn, Sander Jansen, Suzanne Raes, Erik de Vos
December 2012